Kleurplaat Alladin.
De mooiste kleurplaten van Alladin (de film) vind je op kleurplatenplein.nl.
De film begint met Jafar, de grootvizier van de sultan van Agrabah. Hij is op het spoor gekomen van de Grot der Wonderen, waarin een lamp ligt die hem kan helpen de macht in handen te krijgen. Helaas voor Jafar blijkt Gazeem, de man die hij heeft ingehuurd om voor hem de lamp te gaan halen, niet de grot in te mogen. Wanneer hij het toch probeert, wordt hij in de grot opgesloten. Alleen een “ruwe diamant” mag de grot betreden.
De film gaat vervolgens naar Agrabah, waar Aladdin, een arme jongen, probeert te overleven. Samen met zijn beste vriend, het aapje Abu, steelt hij brood om te overleven. Aladdin en Abu zijn getuige van de aankomst van de zoveelste prins die om de hand van prinses Jasmine komt vragen.
Als prinses Jasmine genoeg heeft van het leven in het paleis, vooral omdat ze gedwongen wordt te trouwen met een prins, besluit ze zich onder het volk te mengen. Ze is zich niet bewust van hoe het leven er buiten de paleismuren aan toe gaat. Ze komt in de problemen wanneer ze een jongetje een appel aanbiedt, maar vervolgens niet voor deze appel kan betalen. Aladdin schiet haar te hulp en wordt meteen verliefd op haar. Hij neemt haar mee naar zijn huis.
Jafar gebruikt zijn magie om te ontdekken wie wél de grot der wonderen mag betreden en ontdekt dat dit Aladdin is. Hij laat Aladdin arresteren. Jasmine onthult haar vermomming en Aladdin komt te weten dat Jasmine een prinses is. Omdat ze als prinses echter onder de grootvizier staat, kan ze Jafars bevel niet terugdraaien en Aladdin wordt afgevoerd naar de kerker. Later vertelt Jafar aan Jasmine dat Aladdin is onthoofd.
In werkelijkheid leeft Aladdin nog. Jafar, vermomd als oude man, neemt Aladdin mee naar de Grot der Wonderen. Hij wil dat Aladdin in ruil voor goud en diamanten de Grot der Wonderen betreedt om voor hem de lamp te halen. De Grot der Wonderen blijkt vol rijkdommen te liggen. Aladdin en Abu mogen echter niets aanraken behalve de lamp. In de grot ontmoeten ze ook een vliegend tapijt. Aladdin vindt de lamp, maar dan raakt Abu toch één van de andere schatten aan. Hierdoor stroomt de grot vol lava. Dankzij het tapijt kunnen Aladdin en Abu ontkomen. Bij de uitgang van de grot pakt Jafar de lamp en probeert Aladdin te doden. Dankzij Abu mislukt dit, maar Aladdin en Abu komen wel vast te zitten in de grot.
Wanneer ze bijkomen blijkt dat Abu de lamp aan Jafar heeft kunnen ontnemen. Door over de lamp te wrijven roept Aladdin per ongeluk de geest in de lamp op. De geest geeft hem drie wensen en Aladdin gebruikt er een van om te veranderen in prins Ali ‘a Babwa zodat hij kan trouwen met de prinses. Aanvankelijk denkt Jasmine dat Ali de zoveelste prins is, maar uiteindelijk doorziet ze zijn vermomming en herkent hem als Aladdin.
Jafar heeft Aladdin echter ook door en laat zijn papegaai Iago de lamp stelen. Vervolgens wenst hij zichzelf een machtige tovenaar. Hij neemt de macht in het paleis over en stuurt Aladdin naar een besneeuwd landschap. Dankzij het vliegende tapijt keert Aladdin snel weer terug. Hij daagt Jafar uit tot een duel, maar beseft al snel dat hij Jafar niet kan verslaan. Daarom verzint hij een list en vertelt Jafar dat de geest van de lamp machtiger is dan hij. Jafar pikt dit niet en wenst zelf een almachtige geest te worden. Hij vergeet alleen dat een geest in een lamp moet wonen, en nauwelijks is hij veranderd of er verschijnt een zwarte lamp die hem naar binnen zuigt, samen met Iago.
Nu Jafar is verslagen, krijgt Aladdin toestemming om met de prinses te trouwen, ondanks dat hij geen prins is. Aladdin wenst de geest vrij zodat die eindelijk krijgt wat hij altijd al wilde.